DIGITAAL ZELFPORTRET

jongeren, moderne media en onderwijs

OUDERS

 LEESTIP

DE SCHERMGAANDE JEUGD

PATTI VALKENBURG

 

 

De SCHERMGAANDE JEUGD is een prachtig, studieus boek over de manier waarop onze jongeren met hun schermen online actief zijn. Omdat ze dat gemiddeld 6 uur per dag doen, en maar 4 uur per dag aan school besteden, spreekt Valkenburg van de Schermgaande Jeugd. Net als met haar vorige boeken is ze er daarmee in geslaagd met een pakkende titel te komen, een titel die suggereert dat moderne kids meer van hun media leren dan van hun school.

    Ik heb het boek met veel plezier gelezen, maar ik heb bedenkingen. Mijn bedenkingen gaan niet over de wetenschappelijke kant van de zaak. Beter dan wie ook weet Valkenburg wat er op dit gebied aan te koop is, ze doet er decennia onderzoek naar en heeft terecht een hele serie fraaie prijzen voor haar werk gehad, waaronder de Spinozaprijs van 2011.

        Mijn bedenkingen zijn filosofisch van aard: zij stelt vooral vragen die empirisch te beantwoorden zijn - ze is ten slotte wetenschapper -, maar ik mis de vragen die mij interesseren. Zijn de activiteiten die de kids ondernemen wel goed voor ze, wat betekent het dat ze leven in een wereld waarin wat waar is bepaald wordt door wat googelaars het meest aanklikken  en hoe moeten we ons als opvoeders - leraren en ouders - opstellen tegenover het uitbundige gebruik van moderne media thuis en op school.

        In de recensie wordt het belang van die grote vragen benadrukt, net als in De Apencultuur (zie onder: ICT Reflectie). We vragen ons ten slotte af hoe we onze kinderen moeten opvoeden, wat goed voor ze is. Wetenschap en statistiek helpen bij het nadenken over die vragen, maar geven de antwoorden niet voor ons. Dat moeten we echt zelf doen. Gelukkig.

DE SCHERMGAANDE JEUGD
Recensie
6 UUR PER DAG ACHTER EEN SCHERM_2.docx (24.75KB)
DE SCHERMGAANDE JEUGD
Recensie
6 UUR PER DAG ACHTER EEN SCHERM_2.docx (24.75KB)

 

 

Patti Valkenburg heeft onderstaande lezing uitgesproken toen ze de Spinozaprijs kreeg voor haar werk met kinderen en moderne media.

http://www.npowetenschap.nl/videos/spinoza-te-paard/afleveringen/2013/patti-valkenburg-kinderen-en-de-magie-van-de-media.html

 

 

TV PROGRAMMA's VOOR OUDERS

 

U bent niet de enige die worstelt met het ICT-gedrag van uw kinderen. Hieronder een aantal TV-programma's waarvan wij denken dat je er als ouder wat aan kunt hebben. TV is een fantastisch medium als het gaat om discussies over spannende zaken: bijna niets is beter om over opvoedingsvragen na te denken dan een goed praatprogramma, met felle discussies tussen voor- en tegenstanders.

      Maar, TV-makers hebben zichzelf wel eens hoog zitten. Als het om onderwijs gaat weten ze vaak weinig, soms veel te weinig. TV-journalisten denken alles van onderwijs te weten omdat ze ooit zelf op school zaten. Daarom introduceren we de TV-programma's met inleidingen, vaak met gemene stukjes.

      Denk er het jouwe van, maar doe er je voordeel mee als ouder!

IK EN HET WEB

 

Veel afleveringen van de VPRO doorstaan de tand des tijds, zo ook IK EN HET WEB, over jongeren en hun media. De gadgets en de programma's die pubers gebruiken mogen in de afgelopen 8 jaar veranderd zijn, de thema's zijn dat niet. De kids zoeken op het net vooral naar vrienden en ze doen daar een practicum over wie ze willen zijn. In deftige taal: ze zoeken naar hun identiteit.

         De Patrick van toen, die informatica wil studeren en die met trots spreekt over het leren van computertalen voor hij aan zijn opleiding begint, is een bleke ziekelijke jongen die we ook vandaag op onze scholen zien rondlopen. Hij lijkt erg ongelukkig, maar beseft dat niet. De Mirjam van toen, die communiceert met een Japans meisje over manga zien we vandaag ook. Ze is trots op haar contacten en haar tekeningen. Alles komt voor, toen en nu. Dat zal zo blijven.

        De ouders van deze kinderen worstelen met de vraag wat er mag en wat er niet mag. Sommige deskundigen - Wim Veen - zijn erg optimistisch, anderen - Justine Pardoen - hebben het over in gesprek blijven en over grenzen stellen. De vraag die wij stellen - ben je  tevreden over wat je zelf op het net doet - wordt niet vaak besproken. Het is de vraag die wij in het mentoraat centraal stellen.

http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2007-2008/de-avonturen-van-harry-holland/ik-en-het-web.html

ALTIJD ONLINE

 

Op 20 augustus 2014 was er een TV-uitzending van Hollandse zaken waar Ferry Haan geïnterviewd werd over leerlingen die absurd veel online zijn. Ferry werkt op onze school. Hij komt nogal eens met bizarre details over leerlingengedrag; zo kan hij met een lachje zeggen dat onze leerlingen 25 appjes per lesuur krijgen. In de uitzending ging het om enorme aantallen snapchats. Enkele van onze collega's zaten op de tribune bij de uitzending, je ziet mijn grijs-witte kop ook ergens in beeld. Thema van de uitzending was wat je als ouder moet doen als je kinderen altijd maar online zijn? Wij willen daar niet zo veel over voorschrijven, maar deze uitzending biedt zeker stof tot nadenken.

       Wat in de uitzending niet is gezegd, is dat onze kinderen veel minder vrij zijn dan wij vroeger waren. Soms lijkt het alsof  de wereld van hun apparaatjes de enige wereld is waar ze nog wel vrij mogen rondhangen. De kids hebben agenda's die zo vol zijn dat je er naar van wordt. In winkelcentra worden vaak ultrasone pieps verspreid om jongeren weg te jagen. Daar mogen ze ook al niet rondhangen. Het online gedrag is ook een hunkeren naar vrienden die ze elders niet meer kunnen zien.

         Wees voorzichtig met strenge verbodsbepalingen en probeer vooral in gesprek te blijven met je kinderen. De kids zijn over het algemeen gevoelig voor verstandige regels, maar ze vinden het moeilijk als die zomaar zonder overleg worden opgelegd. Zo hebben we ze zelf opgevoed, ze mogen niet zo maar elke willekeurige regel accepteren! Overleg helpt echt. Vraag ze in te stemmen met regels en - zo niet - om zelf met betere regels te komen.

http://www.hollandsezaken.tv/home/uitzending/hollandse-zaken-woensdag-20-augustus-2014/ 

AMANDA TODD

 

 

De naam Amanda Todd wordt altijd genoemd als je praat over het ergste wat er kan gebeuren met pubers die fouten maken in 't versturen van foto's van zichzelf. Op haar 12e stuurde Amanda een foto van haar blote bovenlijf naar een vriendje. De foto werd openbaar en vervolgens werd ze gestalkt door een Nederlandse man van Turkse komaf. Hij had haar foto's en dreigde die te verspreiden als hij er niet meer kreeg. De laatste 3 jaar van haar leven waren een grote ellende door deze affaire. Pas na 2 jaar schakelde ze haar moeder in. Ze ging naar een andere school, het is toen even goed gegaan maar na enige tijd begin het cyber-gestalk weer. Uit wanhoop pleegde ze uiteindelijk op 15 jarige leeftijd zelfmoord. Daarbij plaatste ze dit filmpje op YouTube.

https://www.youtube.com/watch?v=1tn97uBuk6k

 

Amanda  maakte de fatale foto's toen ze 12 was. Het woord 'sexting' bestond toen nog niet. Ze was een slimme, goed opgeleide meid. Dat merk je als je haar filmpje ziet, het idee van de weg bladerende teksten in haar film heeft ze overduidelijk van Bob Dylan. Wat Amanda is overkomen is het ergste dat je kunt overkomen. Ze is diep wanhopig geweest toen het stalken maar doorging. Wij laten dit filmpje in de veilige context van de mentorlessen in de tweede klassen aan onze leerlingen zien om ze te laten nadenken over hun gedrag met moderne media. Wij praten met leerlingen over hun ICT-gedrag, zonder belerend te zijn. We proberen we onze leerlingen te steunen door ze te laten reflecteren op hun eigen ICT-gedrag.

       Op Wikipedia wordt het hele verhaal verteld, plus de effecten op diverse media en de rechtsgang die er volgde:

 http://en.wikipedia.org/wiki/Suicide_of_Amanda_Todd

        Er is ook een ZEMBLA uitzending over Amanda gemaakt:

http://tvblik.nl/zembla/de-dood-van-amanda-todd

 

LEREN JONGEREN ANDERS DAN WIJ?

 

Als leraar wordt ons vaak gevraagd of jongeren met hun gadgets anders leren dan wij? Zonder boeken en met al die apparaatjes, zou leren nu niet heel anders gaan dan vroeger?

     De verleiding om heel snel 'ja' te zeggen is groot, maar wij zeggen liever wat anders. Om op school Frans te leren moet je nog steeds woordjes leren, tenzij je een jaar in Frankrijk gaat wonen. Voor wis- en natuurkunde moeten er nog altijd veel sommen gemaakt worden, tenzij je een neurd bent die voor zijn lol de hele dag thuis wis- en natuurkunde puzzels oplost en de bijbehorende theorie bestudeert.

      Schools leren is allerminst leuk. Het doet net als vroeger zeer, het vraagt vaak om zware inspanningen. Slimme apparaatjes kunnen helpen bij het leren - overhoor programma's -, maar heel vaak werken ze verstorend en dan duurt het leren langer. Dat laatste zien we veel. Onderstaande presentatie gaat over deze dingen: over zin en onzin rondom schools leren.

        Behalve schools leren is er  ook buitenschools leren. Wat vroeger alleen door wetenschap-pelijke amateurs en door vogelaars werd gedaan - in informele groepen gepassioneerd werken aan eigen onderzoek - vindt nu met de opkomst van digitale media meer en meer plaats. Naast schools leren met haar subculturen en bijbehorende  strenge eisen,  kwalificaties en diploma's ontstaat er structureel ruimte voor anders leren. James Gee en Elisabeth Hayes schrijven hier uitgebreid over in  Language and Learning in a Digital Age (zie de recensie bij ONDERZOEK. 

          Wie deze presentatie live wil mee maken me maar even mailen met een verzoek. Het is een voordracht die ik wel eens op school voor ouders houd: Wat moeten scholen met de nieuwe werkelijkheid?

 

DISCIPLINE: MARLI HUIJER

 

 

 

 

Sociologen zeggen vaak dat leerlingen op scholen gedisciplineerd worden: ze leren er allerlei dingen - kennis, vaardigheden, houdingen - die maken dat ze later een plaatsje op de arbeidsmarkt kunnen verkrijgen. Dat proces heet disciplineren omdat de macht bij school ligt en leerlingen zich moeten voegen. Maar, als je op een school het woord discipline uitspreekt, heb je grote kans op nare en meewarige blikken te stuiten. Discipline is in onderwijsland een vies woord. Veel mensen denken bij het horen van dat woord aan kadaverdiscipline,  aan het slaafs opvolgen van bevelen. Sedert de Tweede Wereldoorlog en de woelige jaren 70 houden we daar niet zo van in onderwijsland.

         Op de vrije opvoedingen uit de wilde jaren 70 is veel kritiek gekomen. Zonder het woord discipline echt in ere te herstellen zijn opvoedingen nu minder vrij dan 30 jaar geleden en zijn scholen strenger dan in de jaren 70. Marli Huijer pleit in haar  boekje DISCIPLINE voor een herwaardering van dat begrip. Als je disciplinering ziet als het aannemen van een goede set gewoontes is daar niks vies aan. Wie is er nu tegen dat leerlingen goede gewoontes aannemen?

        Huijer zet discipline tegenover vrijheid: te veel vrijheid gaat ten koste van discipline. De omslag van het boekje staat vol fraaie schoenen en aan het eind van elke paragraaf zijn schoentjes getekend. Dat is een spot met de onmatigheid die Marli Huijer bekent: ze is zo gek op nieuwe schoenen en dat ze die in winkels moeilijk kan laten staan. Ze is niet gedisciplineerd genoeg om mooie, nieuwe schoenen te laten staan.

        Het boekje van Huijer gaat niet alleen over koopzucht, het gaat ook over sociale relaties, over onderwijs, over gezondheid en over nog veel meer thema's waarbij vrijheid en dicipline op gespannen voet staan.

         Ik raad ouders aan haar boekje te lezen, als opvoeder valt er heel wat op te steken van haar vertoog over discipline. Naar aanleiding van haar boekje heb ik, als leraar die nog heel goed weet hoe ongedisciplineerd ik zelf op school was, een stuk geschreven over nieuwe vormen van disciplinering op scholen. Het is hieronder aangehangen. Lees dit stuk, denk er over na en kijk naar het YouTube filmpje van haar Ted-lezing (eerste link) of naar verhaal bij de boekpresentaie van Discipline (tweede link)

https://www.youtube.com/watch?v=jvOlSqR_-YE

https://www.youtube.com/watch?v=BE3SAqeLskk

 ICT-LITERATUUR VOOR OUDERS

 

 

 

Ouders willen hun kinderen op de middelbare school graag goed begeleiden, ook op het gebied van ICT en moderne media. Maar ja, hoe doe je dat? De wereld is de afgelopen 25 zo veranderd dat je als ouder vaak onzeker bent, vooral als je niet veel van die wereld weet.

     Hieronder een hulpmiddel: een lijst met boeken die er over de kids van nu zijn geschreven,  plus recensies. Goede boeken worden geprezen, slechte afgekraakt. Doe er als ouder je voordeel mee.

      Veel mensen denken dat onze kinderen veel meer dan wij weten omdat ze al hun hele leven met internet en met mobieltjes omgaan. Er wordt wel gezegd dat de kinderen digital natives zijn en wij digital immigrants. Wij zouden minder weten en kunnen omdat we pas op latere leeftijd in de digitale wereld zijn beland. Er zijn zelfs gekken die beweren dat er in ICT-land een inverse onderwijs relatie geldt: wij zouden van onze kinderen moeten leren in plaats van omgekeerd.

       Dit is een foute en gevaarlijke gedachte. Fout omdat de kennis en vaardigheden van de kinderen daarmee schromelijk worden overschat. Gevaarlijk omdat we daarmee onze rol als opvoeder niet serieus nemen. Niks inverse onderwijs-relatie: we doen onze kinderen echt tekort als we ze niet opvoeden.

 

VOORSTANDERS MODERNE MEDIA

 

Er zijn heel wat voorstanders van moderne media in de pen geklommen. Meestal geldt hier: hoe sterker de opinies, hoe zwakker het werk! Alleen het werk van Patty Valkenburg kunnen we echt aanraden, een fraaie beschouwing over hoe ongelooflijk veel kinderen leren van beeldschermen. 

 

Wim Veen, Homo Zappiens

Veen is hoogleraar in Delft, jongeren en moderne media is zijn leeropdracht. De oud- aardrijkskunde leraar vertelt enthousiaste verhalen over jongeren en hun wereld, hij is vooral erg positief over gamen. Ooit riep hij op een lezing roepen dat zijn zoon frans heeft geleerd door op LAN-party's met jongeren over de hele wereld te communiceren! Wij hebben nooit frans met zijn zoon gesproken, maar denken er het onze van. Wij kunnen na 5 jaar les nog steeds niet echt goed Frans spreken en jongetje Veen zou dat op die LAN-party's zomaar oppikken?

     Dat Veen leren definieert als het beheersen van informatie stromen gaat veel te ver. Vanuit dit bizarre idee zegt hij dan van jongeren dat ze de zappende mens zijn en dat ze heel goed kunnen multitasken. Dat jongeren multitasken is absoluut zeker. Maar de vraag of dat goed voor hun leren is stelt Veen niet, hij zegt liever dat jongeren anders leren. Zulke claims zijn slecht voor het intellectuele humeur.

 

Boschma en Groen, De Generatie Einstein

"Slimmer, sneller en socialer" is de subtitel van dit ronkende boek. Het is geschreven door een heel apart soort onderzoekers, marketing tiepjes die doen alsof ze wat van jongeren en  hun leren af weten. Hun taak, zou ik zeggen, is marsen te verkopen.

      Dat hebben ze gedaan: het eigen boek is goed verkocht en heeft erg veel schade aangericht. Lees het niet, tenzij je een studie naar intellectuele diefstal wilt doen. Een goede studie over generaties is van Henk Becker, het hoofdstuk over de netwerk generatie moet nog geschreven worden.

 

Patti Valkenburg, Beeldschermkinderen

Beeldschermkinderen is een studieus en prachtig boek over de effecten van 't kijken naar beeldschermen door kinderen. Kinderen leren heel erg veel van tv kijken en ze leren ook veel van kompjoeteren. Patty Valkenburg heeft de kennis op dit gebied op een rij gezet, een zeer leesbare aanrader. Valkenburg is hoogleraar communicatie-wetenschappen en heeft de Spinozaprijs voor haar werk gekregen.

      Helaas lezen  er meer mensen Boschma & Groen dan Valkenburg, ouders willen nu eenmaal graag horen hoe bijzonder hun kinderen zijn! Dat begrijpen die marsen-verkopers heel goed!

 

 

TEGENSTANDERS MODERNE MEDIA

Veel intellectuelen en onderwijsgevenden zijn erg bezorgd over de snelle gedragsveranderingen  van jongeren door ICT. Vanuit die bezorgdheid zijn nogal wat boeken geschreven. Soms goed, soms slecht. Vaak erg emotioneel.

 

 

Andrew Keen, De @-cultuur & De digitale afgrond (vertigo)

Keen trekt de wereld over met fraaie verhalen dat het WEB 2.0 niet alleen maar zegeningen oplevert. In zijn eerste boek - de @-cultuur - zei hij dat op veel gebieden de kunstenaars ten ondergaan omdat het net er voor zorgt dat zij hun inkomen kwijt raken en amateurs zich zo goed presenteren dat er niks voor ze over blijft. In zijn tweede boek heeft hij het over de eenzaamheid van jongeren, die het gevolg is van het vele digitale samenzijn met anderen. Hij vertelt mooie verhalen, weet waar hij het over heeft en is vaak erg emotioneel. Zijn lezingen op YouTube zijn een genoegen om te bekijken. 

https://www.google.nl/?gws_rd=ssl#q=andrew+keen+youtube

       De Digitale Afgrond is een literair spel met een beroemde Hitchcock-film, Vertigo, waarin James Steward door een femme fatale belazerd kan worden omdat hij hoogtevrees heeft. Onze jongeren worden belazerd door de illusie van het samen zijn op het INTERNET. Keen roept ze op om toch maar liever alleen, zonder al die volgers,  interessante dingen te doen! Lijkt soms erg verstandig.

 

 

Manfred Spitzer, Digitale Dementie

Spitzer is hoogleraar neurologie en hij schrijft als arts. Hij waarschuwt ouders voor aandoeningen die jongeren zouden oplopen door al te uitbundige omgang met moderne media. Digitale dementie is het onvermogen eenvoudige cognitieve taken te verrich-ten omdat je jezelf suf hebt gegamed, gebliebt enz. enz.. Als leraar weten wij dat dit gedrag voorkomt, en wel meer dan ons lief is. Maar is het echt nodig om er zo rottig over te vertellen als Spitzer dat hier doet?

      Spitzer heeft het telkens over de 7,5 uur per dag die jongeren in de westerse wereld gemiddeld met hun media zouden werken, anderen hebben het over slechts 6 uur. Die getallen doen er natuurlijk niet echt toe: het gaat om veel meer dan school (4 uur gemiddeld) en het soort activiteit dat de jongeren opzetten is zo onrustig dat je soms denkt dat ze door hun gedrag in het gekkenhuis zullen belanden (die onrust maakt dat absolute uren tellen onzin lijkt, je zou de onrust moeten meten - computerstress).

      Spitzers werk is informatief maar heeft een vervelende toon. Hij lijkt een nare man, een indruk die versterkt is door het zien van enkele YouTube films waarin hij over moderne media oreert. Spitzer zegt trots dat hij thuis geen tv heeft, maar dat hij wel een programma voor de Deutsche Rundfunk heeft waarin hij elke vrijdagavond over wetenschap vertelt. Denk hier eens over na: tv kijken is slecht, maar voor tv optreden is goed, heel goed zelfs!

       Leerlingen die zich ernstig te buiten gaan met moderne media moeten zijn werk maar eens lezen. Om te treiteren.  Het helpt ook nog, ze schrikken van zijn retoriek!

 https://www.youtube.com/watch?v=ivyM6_Qu85c

 

SERIEUZE BESCHOUWINGEN!

 

Hoewel vol emoties over jongeren zijn er schrijvers die voor een breed publiek schrijven en die met originele gezichtspunten komen. Carr waarschuwt op een diepzinnige manier voor de gevolgen van het al te veel bliepen, Brockman laat experts aan het woord die denken dat het net grote veranderingen in onze denkgewoontes veroorzaakt en Turkle interviewt jongeren over hun ICT-gedrag en de emotionele gevolgen. 

  

 

Nicholas Carr, Het Ondiepe

Carr is een romanschrijver die journalist is geworden. Hij schrijft  interessante en belangrijke dingen over ICT. Eerdere titels als Is Google making us stupid?, Does IT matter en The Big Switch zijn bijzonder informatieve werken, waar enorm veel van te leren is. Topjournalistiek!

        Het Ondiepe is een werk over de tegenstelling tussen denken en kiezen: tussen het diepe lezen, dat bij ons ouderen model staat voor serieus studeren en het snelle kiezen, dat veel leerlingen de hele dag op hun PC doen als ze van site naar site hoppen. Carr waarschuwt er voor dat het snelle kiezen een slechte manier van studeren is en dat het inslijpen van die werkwijze gevaarlijk is, dat je er dommer van wordt. Hij doet dat met veel retorisch geweld. Elke keer weer dat ik het boek lees ben ik onder de indruk van zijn aanpak. Leraren zouden het in hun opleiding verplicht moeten bestuderen. In het digitale zelfportret voor 4HV gebruiken we  zijn tegenstelling tussen denken en kiezen, om leerlingen te laten reflecteren op het eigen gedrag.

       Het Ondiepe is een geschiedenis van onze informatie verwerkende technieken. Het begint bij de Oudheid, bij Plato en het op perkament schrijven van boeken, om na lange excursies door Middeleeuwen en de Moderne Tijd de boekdrukkunst en latere technieken als telegraaf, bandrecorder en grammofoon te bespreken en uiteindelijk bij het net te eindigen. Een aanrader voor ouders. Bij NLT laten we het leerlingen in  de les vaak lezen, zij het met gerichte vragenlijsten voor de te houden presentaties.

https://www.youtube.com/watch?v=lt_NwowMTcg

 

 

 

John Brockmann, Hoe internet onze Manier van Denken verandert (EDGE)

EDGE is een website die elk jaar een cultureel belangrijke vraag centraal stelt. In 2010 was het de vraag of het internet onze manier van denken verandert. Op de site en het boek zijn een groot aantal meningen van internationale experts (op tal van gebieden) verzameld die de experts op 't INTERNET hebben ingezonden.  Veel stukken zijn leuk. Bij NLT laten we leerlingen voor presentaties vaak grasduinen in het boek. De resultaten van hun presentaties zijn wisselend: de stukken in EDGE hebben ook een sterk wisselend niveau.

 

Sherry Turkle, Alone Together

Turkle is een freudiaans opgeleid psycholoog, in 1980 aan Berkeley aangesteld "to study computer culture". Nou, dat heeft ze gedaan: Turkle zit nu ruim 35 jaar naast kinderen die op hun PC, console, tablet of I-Phone aan het spelen zijn en schrijft er dikke studies over. Zij is DE etnograaf van jongeren in hun moderne-media-wereld. Het bestuderen van haar werk is een must voor mensen die zich met de Apencultuur bezighouden. Ik kan het alle moderne ouders aanraden. Een kleine waarschuwing: hoewel altijd goed leesbaar lees je een Turkle-boek niet zo maar in een avondje uit. Het is heftige stuff!

      Gelukkig zijn er ook eenvoudig te volgen films waarin ze haar lessen vertelt:

http://www.ted.com/talks/sherry_turkle_alone_together?language=nl

      Alone Together is prachtig. Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel zijn gesprekken met kinderen over de robotjes die ze gekregen hebben, voor Sinterklaas zeg maar. Jonge kinderen hebben de neiging die apparaatjes te bezielen, te denken dat die apparaten kunnen denken (maar niet voelen!). Het tweede deel gaat over de huidige gadgets, over hoe pubers nu met elkaar communiceren via hun gadgets. Uit de gesprekken lijkt te volgen dat de ander in die communicatie steeds vaker als ding wordt gezien. Er zit  een rare omkering in het boek: apparaten worden bezield en mensen ontzield! Als je een Turkle leest heb je altijd wat om over na te denken!

      Turkle is wel wat relativerend over onderwijs. Dat leren ook zeer doet krijgt ze niet uit haar pen, ze schrijft liever meeslepend over leren dat vanzelf gaat. Dat gebeurt bij computers inderdaad  vaak, maar niet altijd! Als wij leerlingen laten videometen of modelleren met computers moet er ook hard gerekend worden en dan is een beetje les, waarin leraren de boel helpen structureren, nooit weg.

      Leren gaat vaak niet van zelf, dat geldt met name voor schoolse, saaie kennis. Die kennis is niet per se onzinnig. Denk bv eens aan de scheikunde van zuren & basen, die subcultuur waarvan alleen scholieren nog weten hoe het echt zit. Moeten we die kennis maar vergeten en verstoppen omdat het saai is? Omdat het niet zo past in fraaie boeken van psychologen die liever schrijven over opwindende zaken?  Of is die kennis toch wel van belang voor de scheikunde van eten, voor schoonmaken thuis of voor het wassen van kleren?

 

 

ECONOMIE EN ICT, GELD DUS!

Veel ouders denken dat omgaan met computers goed voor hun kinderen is. Niet omdat computers leermachines zijn,  maar ook omdat er later goed geld mee te verdienen is. Over economie en ICT worden vaak onzinnige dingen gezegd. Niet door Nicholas Carr of Jose van Dijck.

 

Nicholas Carr, Does IT Matter (Harvard, Boston, 2004)

Carr is een schrijver die graag provoceert, maar die altijd met doordachte stellingen komt.  Dit boek is de uitwerking van een artikel in Harvard Business Review uit 2001, waarin Carr de stelling poneerde dat Informatie Technologie vaak helemaal  niet van strategisch belang voor bedrijven is. In een latere fase van de geschiedenis van de IT, als alle bedrijven in een bepaalde bedrijfstak al over dezelfde digitale systemen beschikken, is het meestal niet meer onderscheidend om extra in ICT te investeren. Dan kun je er beter achter aanhobbelen en andere bedrijven het grote geld laten uitgeven om die de eerste fouten laten maken.

        Carr voert veel bewijsmateriaal aan voor zijn stelling. De stelling is gebaseerd op techniek-geschiedenis. In de beginfase, als ICT een bedrijfsmatige technologie is die per bedrijf verschilt, kan het heel wel strategisch zijn om als bedrijf fors in te zetten op nieuwe ICT. Dat kan een voorsprong van decennia op de concurrentie geven. Maar in een latere fase, als ICT 'n infrastructurele technologie is geworden waarbij alle bedrijven ruwweg over dezelfde machines en software beschikken, is het niet zo voordelig om telkens als eerste het meeste geld uit te geven aan nieuwe spullen. Carr geeft dan als advies: besteedt minder, wordt een volger en geen leider, innoveer als er geen risico's zijn en focus op zwakke kanten in plaats van op mogelijkheden.

       Dit lijken allemaal erg praktische adviezen. De verleiding is groot - Carr doet dat niet - om zijn adviezen op Nederlandse scholen anno nu toe te passen. Vanaf 1980 tot nu zijn we nu 35 jaar bezig met onderwijs en computers. Na het programmeren in BASIC en LOGO uit de jaren 80, het tekstverwerken uit de jaren 90 en het opzoeken op internet uit de jaren 2000 is het nu mode om met geheel nieuwe, enigszins totalitaire concepten te komen, zoals de I-pad school. Er zijn veel scholen die na ampele discussie schriften en boeken de school uitdoen en alles zetten op de laatste nieuwe speeltjes. Carr zou in Does IT Matter? moeiteloos een hoofdstuk kunnen schrijven met als stelling dat zulke  ICT vernieuwingen, in een infrastructurele fase waarin alle scholen al 35 jaar met zulke apparaten werken,  gedoemd is om tegen extreem hoge kosten te mislukken.

          De ervaring met 35 jaar computers op school is dat je er geweldige dingen mee kunt doen, kijk maar eens naar de foto's van kompjoeterende leerlingen die bij MISSIE geplaatst zijn. Maar, denken dat alles vanzelf gaat als je maar computers gebruikt is oliedom. Kinderen nuttige dingen met computers laten doen is altijd hard werken, meestal zelfs zweten. En, al het onderwijs vervangen door onderwijs met computers? Tot nog toe hebben we het alleen maar zien mislukken!